De erotische houtskoolkunst van Birde Vanheerswynghels

“Je kan in Brussel blijven”, verzekert Benjamin Verhoeven ons, wanneer hij de vraag en naam voor het volgende estafette-interview doorgeeft. Op een regenachtige avond bellen Gwendolina Willems en Yves Joris aan bij kunstenares Birde Vanheerswynghels. Het verkeer in de hoofdstad zoekt een weg uit de drukke files, maar in haar appartement dringt het stadsrumoer niet binnen.

Birde verontschuldigt zich dat ze ons niet in haar atelier ontvangt. “Er staan momenteel geen werken. Al mijn schilderijen spelen op verplaatsing. Een werk hangt in de tentoonstelling ‘Feast of Fools’ in het kasteel van Gaasbeek. Het was een werk in opdracht met als thema de val van Icarus. Maximumformaat A1. Ik was dat niet gewoon. Mijn werken zijn meestal veel groter.” Terwijl de gastvrouw al pratend een glaasje wijn inschenkt, kijken we ook even rond. Veel boeken. Bekende namen uit de kunstgeschiedenis.

Doorgaans is het werk van Birde monumentaler. Anderhalve meter breed, de breedte van het papier waarop ze werkt. De hoogte kan variëren maar is meestal rond de twee meter. Geen werk om in een klein appartement op te hangen. “De liefde voor de kunst begon rond mijn zestiende. Cézanne was mijn grote voorbeeld.  Maar ook Picasso trok me aan, vooral zijn blauwe periode. Het blijft me verbazen hoe hij er in slaagde om een driedimensionaal beeld naar een tweedimensionaal doek te vertalen. Ik kopieerde de grote meesters, op zoek naar mijn eigen stem. Later studeerde ik grafiek. Terwijl de platen in het zuur rustten, tekende ik. De laatste twee jaar werk ik vooral met houtskool.” Birde boetseert de zachte houtskool van stof op papier tot gedetailleerde taferelen. Als een geoefende danser beweegt ze langs de verschillende werken waaraan ze tegelijkertijd werkt, en weet perfect welk resultaat de tango van houtskool en beweging van lichaam en vingers teweegbrengt op het gladde papier. Wanneer ze ‘s avonds de deur van haar atelier achter zich dicht trekt, vormt een zwart houtskoollaagje op haar huid een stille getuige van een voorbije dag in haar atelier.

Op haar iPad toont ze ons een aantal werken. Het valt ons onmiddellijk op hoe gedetailleerd alles is. Birde vertelt ons dat ze in het begin vooral één op één werkte met de natuurbeelden die ze op papier zette. In die periode trok ze vaak naar de botanische tuin. “Ik hou van deze tuinen”, vertrouwt ze ons toe. “Ook al weet je dat alles door mensenhanden is aangeplant, toch heb je op geen enkel moment het gevoel dat je naar een enscenering kijkt. Zo is ook mijn werk gegroeid. Op het HISK begon ik met een compilatie van beelden. Ik vertrok vanuit geometrische patronen of borduurde voort op bestaand werk.”

Momenteel deelt Birde een studio met 5 andere kunstenaars. Ze geeft toe dat ze vroeger kantooruren werkt. Rond 9 uur in het atelier en rond 18u naar huis. In de tussentijd een koffietje met de andere aanwezige kunstenaars. Nu durft ze al eens later arriveren in de studio, maar dan werkt ze door in een artistieke flow. Op de vraag wanneer een werk af is, lacht ze verontschuldigend. “Een deadline helpt meestal het best. Dan weet je dat je werk het atelier moet verlaten omdat het elders verwacht wordt.”

Op haar iPad scrolt ze naar een beeld waarop waterlelies prijken. Monet denken we allebei wanneer we het werk bewonderen. We vragen ons af hoe ze het overzicht bewaart om dergelijke grote werken tot een goed einde te brengen. Ze legt uit dat ze letterlijk met haar neus  tegen haar werken zit om strepen en vlakken te verweven tot de puzzel in elkaar valt. Ze neemt geregeld foto’s met haar gsm om overzicht te houden. Ze geeft toe dat dit werk een van haar favorieten is, ook al is het werk enkele jaren oud. Het is gekocht door een Duitse verzamelaar die haar werk zag in de galerij van Tatjana Pieters.

De vraag van Benjamin Verhoeven aan Birde

Terwijl de laatste regendruppels langzaam van het raam glijden, stellen we de estafettevraag van Benjamin Verhoeven. Wat is de rol van erotiek in je werk? Het lijkt alsof ze de vraag verwachtte. “De grootte van het werk, de vele associaties die mogelijk zijn doordat ik verschillende beelden samenbreng? Of gewoon omdat er veel openingen zijn in mijn werk”, grapt ze. De vraag naar haar grote voorbeelden levert enkele verrassende namen op. Naast Luc Tuymans passeren ook cineasten Pedro Almodovar en Chantal Akerman de revue. “Wellicht een uitloper van mijn studies”, verduidelijkt Birde. “Mijn opleiding zorgde ervoor dat ik een brede basis meekreeg van verschillende disciplines. Film is er een van. Wie weet doe ik er in de toekomst nog iets mee.”

Door de combinatie van fotomateriaal, onder meer polaroids, visueel geheugen en fantasie creëert Birde een imaginair beeld met vaak vrouwelijke – en volgens sommigen – erotische elementen zoals bloemen en water. Beelden die verzamelaars tot in Keulen weten te bekoren. Ook de Vlaamse Gemeenschap heeft recent een werk van haar aangekocht. Feest als de werken goed vertrokken zijn en dan opnieuw inspiratie zoeken bij vrienden, in boeken, films om terug de spanning op te bouwen en … om misschien een nieuwe naam te vinden voor het volgende estafette-interview.

Plaats een reactie